De Australian Silky Terrier, soms ook wel simpelweg Silky Terrier genoemd, heeft een fascinerende geschiedenis die teruggaat naar de vroege koloniale tijden van Australië.
Dit kleine, levendige ras ontstond in de 19e eeuw uit kruisingen tussen de oorspronkelijke Australische Terriers en geïmporteerde Yorkshire Terriers. Hoewel het ras oorspronkelijk werd gefokt voor praktische doeleinden, zoals het vangen van ongedierte, werd al snel duidelijk dat deze honden een aantrekkelijk uiterlijk hadden en een charmant gezelschap konden bieden.
In de eerste decennia van de ontwikkeling werd niet zo strikt op rasstandaarden gelet als tegenwoordig. In de vroege jaren 1900 begonnen fokkers zich echter te richten op het verfijnen van de zijdeachtige vacht en de elegante verschijning waar het ras nu zo om bekendstaat. De naam “Silky Terrier” werd rond het midden van de 20e eeuw gangbaar, en het ras werd erkend door verschillende kynologische verenigingen.
De Australian Silky Terrier staat vandaag de dag bekend als een vriendelijke, intelligente en aanhankelijke gezelschapshond. Hoewel ze hun oorsprong vinden in werkhonden, is hun rol in de moderne tijd grotendeels die van een gezelschapshond die geliefd is om hun speelse karakter, compacte formaat en zijdeachtige, glanzende vacht.
De rasstandaard van de Australian Silky Terrier beschrijft de ideale fysieke kenmerken, bouw, vacht en temperament van deze hond. Dit compacte, elegante ras heeft een schouderhoogte van ongeveer 23 tot 26 centimeter, met een evenredige, goed gebalanceerde bouw die kracht en verfijning combineert. Het gewicht ligt meestal rond de 4 tot 5 kilogram, wat hen licht en wendbaar maakt.
Een van de meest kenmerkende eigenschappen is hun zijdeachtige, fijn getextureerde vacht. De haren zijn recht, glanzend en gemiddeld lang, maar mogen nooit de beweging van de hond hinderen. De kleurvariaties binnen de standaard zijn over het algemeen blauw en tan of zilverblauw met tan, waarbij de tinten duidelijk gescheiden moeten zijn. De kleur van het haar op het hoofd is vaak lichter, terwijl de rug en romp een diepere, blauwachtige tint hebben.
Het hoofd van de Silky Terrier is lang en sterk, met een vlakke schedel, goed gedefinieerde stop en een zwarte neus. De oren zijn klein, rechtopstaand en hoog aangezet, wat bijdraagt aan hun alerte, levendige uitstraling. De ogen zijn klein, amandelvormig en donker van kleur, met een intelligente en waakzame uitdrukking.
Qua temperament wordt de Australian Silky Terrier in de rasstandaard beschreven als een levendige, nieuwsgierige en zelfverzekerde hond. Ze zijn vriendelijk, maar ook waakzaam en moedig, eigenschappen die nog steeds herinneren aan hun oorspronkelijke rol als werkhond in de Australische koloniale tijd. Ondanks hun sierlijke uiterlijk worden ze nooit beschouwd als fragiel; ze behouden een stevige, vastberaden houding en zijn volledig in staat om actief en energiek te zijn, wat hen tot uitstekende gezelschapshonden maakt.
In de keizerlijke hoven
Tijdens de Ming- en Qing-dynastieën (14e tot begin 20e eeuw) bloeide de Shih-Tzu op als een geliefd gezelschap van de Chinese adel. De naam "Shih-Tzu" betekent letterlijk "leeuw" in het Chinees, een verwijzing naar hun gelijkenis met de mythische leeuwen die in boeddhistische kunst worden afgebeeld. De Shih-Tzu werd beschouwd als een beschermend symbool en werd vaak vereerd in de paleizen.
De keizerin-weduwen, zoals keizerin-weduwe Cixi van de Qing-dynastie, hadden een bijzondere voorliefde voor het ras. Ze hielden zich actief bezig met het fokken van Shih-Tzu’s en creëerden honden met specifieke fysieke en temperamentvolle eigenschappen.
Het bijna uitsterven
Met de val van de Qing-dynastie in 1911 kwam een einde aan de bescherming van het ras door de keizerlijke familie. Veel Shih-Tzu’s verdwenen of werden verwaarloosd. Gelukkig werden enkele honden gered door liefhebbers en aristocraten buiten China, waardoor het ras kon overleven.
Intrede in het Westen
In de jaren 1930 bereikten de eerste Shih-Tzu’s Europa, voornamelijk via Britse en Noorse diplomaten die honden meenamen uit China. Het ras werd al snel populair vanwege hun charmante uiterlijk en vriendelijke karakter. In Engeland werd een officieel fokprogramma opgezet om de populatie te herstellen en standaardiseren.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog speelden Britse fokkers een cruciale rol in het behoud van de Shih-Tzu, ondanks de uitdagingen van de oorlogsjaren. In de jaren 1950 maakte het ras zijn debuut in de Verenigde Staten, waar het ras een enorme populariteit verwierf als gezelschapshond.
De moderne Shih-Tzu
Tegenwoordig is de Shih-Tzu een wereldwijd geliefd ras. Hoewel ze niet langer uitsluitend in paleizen wonen, behouden ze hun koninklijke uitstraling en charme. Hun speelse, loyale en onafhankelijke karakter maakt ze tot uitstekende gezelschapshonden. Het ras is zowel in huiselijke kring als op hondenshows een favoriet.
Symboliek en betekenis
De Shih-Tzu is meer dan alleen een hond; hij wordt vaak gezien als een symbool van geluk, welvaart en bescherming. In veel culturen wordt het ras nog steeds geassocieerd met de mystiek van het Verre Oosten en de verfijning van de keizerlijke paleizen waar ze ooit werden gekoesterd.
Met hun rijke geschiedenis en aanpassingsvermogen aan het moderne leven blijven Shih-Tzu’s geliefde metgezellen en een herinnering aan hun illustere verleden.